Drankgelegenheden die openblijven na het sluitingsuur veroorzaken dikwijls geluidshinder.
De Grondwet, artikelen 41, 162 en 170, §4.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 2, 40, 41, 252, 286 tot en met 287 en 326 tot en met 335.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.
De financiële toestand van de gemeente.
Het agendapunt wordt aangenomen met 17 stemmen voor en 6 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Moonen J., Carmans R., De Jong A., Kortleven I., LOOI.nu: Wilms N.)
met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn die eindigt op 31 december 2025 ten behoeve van de gemeente een belasting te heffen ten laste van de uitbaters van drankgelegenheden die hun inrichting openhouden na het door het gemeentelijk politiereglement vastgestelde sluitingsuur. Het openhouden na het sluitingsuur is alleen mogelijk op vrijdag, zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen en de dag voor een wettelijke feestdag;
de belasting vast te stellen op € 500,00 per jaar voor uitbaters van drankgelegenheden die hun tapperij het ganse jaar wensen open te houden na het sluitingsuur. Voor een half jaar worden deze sommen op de helft gebracht, voor drie maanden op één vierde;
in de loop van het jaar kan door een nieuwe uitbater of door een uitbater die in het verleden niet onder toepassing van artikel 1 van dit regelement viel, een aanvraag tot openhouden na het sluitingsuur gedaan worden in dezelfde zin als beschreven is onder artikel 4. Elk begonnen kwartaal wordt voor een volledig kwartaal gerekend;
de uitbaters op dewelke deze belasting van toepassing is te verplichten hiervan aangifte te doen bij de financieel directeur voor de aanvang van elk nieuw kalenderjaar. Het te betalen bedrag moet gestort worden op rekening van de gemeente. De aangifte moet elk jaar opnieuw gebeuren. De uitbaters die halfjaarlijks wensen te betalen, volgen dezelfde procedure voor het tweede semester voor begin juni van het betreffende jaar. De uitbaters die per kwartaal wensen te betalen, volgen de dezelfde procedure voor het begin van elk kwartaal;
bij gebrek aan aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, de belasting ambtshalve in te kohieren. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambsthalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20% en wordt ook ingekohierd;
de overtredingen op de aangifteplicht vermeld in artikel 4 van dit reglement te laten vaststellen door daartoe aangestelde personeelsleden van de gemeente. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel;
te bepalen dat ingeval, overeenkomstig de bepalingen van het politiereglement terzake, de mogelijkheid tot betalen van de belasting op het openhouden van drankslijterijen na het sluitingsuur vervalt, aan de uitbater een terugbetaling te doen van de betaalde som naar rato van de nog niet verstreken kwartalen te beginnen van het eerste kwartaal volgend op de datum van intrekking;
te bepalen dat de kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar door het college van burgemeester en schepenen. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs gezonden aan de met de invordering belaste financieel directeur die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in het kohier. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement;
de belastingschuldige per gewone brief aan de betaling te herinneren wanneer de aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden betaald is en aan de belastingschuldige een aangetekende herinneringsbrief te versturen wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering en voor deze aangetekende herinneringsbrief aan de belastingschuldige administratiekosten ten bedrage van € 12,50 aan te rekenen;
te bepalen dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift kan indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk ingediend worden, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval ingediend worden binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de vijftien kalenderdagen na indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingplichtige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar;
het reglement te laten bekendmaken op de webtoepassing van de gemeente, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd en de toezichthoudende overheid op de hoogte te brengen van deze bekendmaking.